Nieuw bestuursakkoord in Brabant
Afgelopen vrijdag werd, ruim vijf maanden na de verkiezingen, het nieuwe coalitieakkoord voor Brabant gepresenteerd.
Het is een lekker ambitieus coalitieakkoord. En dat is nodig, want de forse maatschappelijke vraagstukken van dit moment vragen om actie. Ook voor natuur, water en landbouw zijn de ambities groot – en dat maakt het akkoord ook relevant voor iedereen die in Brabant nieuwe natuur wil realiseren. En voor onze opdracht: het realiseren van het Natuurnetwerk Brabant in 2027.
In het coalitieakkoord wordt over het Natuurnetwerk geschreven: “Conform de afspraken met het Rijk en andere provincies, realiseren wij het Natuurnetwerk Brabant. Dat is een netwerk van deels bestaande en nieuwe natuurgebieden die onderling met elkaar verbonden zijn. Hierbij ligt de eerste prioriteit rondom Natura 2000-gebieden en overgangszones. Conform de uitvoeringsagenda natuur leggen we de ecologische verbindingszones aan”.
So far so good! Relevant in deze passage is dat er prioriteit ligt “rondom Natura2000 gebieden en de overgangszones”. Als definitie van een overgangszone staat er: “Een overgangszone is een gebied of strook rondom een Natura 2000-gebied om dat gebied te beschermen. Overgangszones kunnen mogelijkheden bieden voor verschillende doeleinden; onder andere waterretentie, het versterken van de biodiversiteit, klimaatadaptatie, recreatie, ondernemerschap en extensieve landbouw”.
Heel goed dat er een start is gemaakt met het definiëren van de overgangszones en dat het dubbelgebruik van grond centraal staat in deze omschrijving. Dit biedt kansen voor de noodzakelijke combinaties van natuur en landbouw. Dus ook voor boeren die enthousiast zijn om hun bedrijfsvoering te vergroenen.
Daarom is ook deze passage uit het akkoord relevant: “We stimuleren ondernemerschap met natuur, waarbij we zoveel mogelijk voortbouwen op de successen van het Ondernemend Natuurnetwerk Brabant. We bieden meer ruimte voor ondernemerschap in de overgangszones rondom Natura 2000-gebieden onder de strikte voorwaarde dat het herstel van de natuur in de Natura 2000-gebieden zelf daardoor niet wordt belemmerd”.
Veel, met name ook jonge, ondernemers hebben daar belangstelling voor. Zij deden en doen concrete subsidieaanvragen voor het Ondernemend Natuurnetwerk Brabant, waar agrarische ondernemers natuurrealisatie combineren met een natuurinclusieve bedrijfsvoering. Zij staan klaar om hun plannen uit te voeren. Helaas kunnen we op dit moment deze ondernemers niet helpen, vanwege het gesloten subsidieplafond voor het realiseren van provinciaal NNB.
Ook lijkt er een voorzichtige opening te zijn voor het alsnog realiseren van het natuurbod van de vijf grootste steden van Brabant: “Wij bekijken of we alsnog het aanbod van Breda, Eindhoven, Helmond, ’s-Hertogenbosch en Tilburg om natuur aan te leggen in en bij de steden kunnen ondersteunen. We zetten hiervoor primair externe middelen in.”
In het coalitieakkoord wordt (gelukkig!) ook veel aandacht besteed aan het vergroten van de uitvoeringskracht. Dat dat belangrijk is, daar zijn we het van harte mee eens. Zonder een krachtige uitvoering gaat het simpelweg niet lukken om al die grote ambities waar te maken. En: er is haast geboden!
Bij uitvoeringskracht hoort uiteraard ook het kunnen beschikken over voldoende beschikbare financiële middelen. In het nieuwe bestuursakkoord wordt wél extra financiële ruimte gemaakt, naast de verwachte rijksmiddelen, maar de verdeling van deze financiële middelen over de verschillende ambities is nog niet gemaakt. Dat wordt in de begroting 2024 en verder bepaald. Belangrijke keuzes worden dus later dit jaar gemaakt bij de begrotingsbesprekingen.
Hoe die uitvoeringskracht vergroot gaat worden is nog ongewis. We lezen over “opgavegestuurd werken”, “gebiedsgericht werken”, “integraal werken met multidisciplinaire teams” en “versterken van de sturing op integraliteit en onderlinge samenhang tussen de diverse beleidsterreinen en de uitvoeringsorganisaties”. Dat is in ieder geval een hele mond vol.
Wij denken graag, samen met de andere uitvoeringsorganisaties, mee over mogelijkheden om de uitvoeringskracht te vergroten. Mag ik alvast een schot voor de boeg geven? Laten we groot denken én klein doen. Dus concreet aan de slag met de grote ambities. Gewoon doen, evalueren, leren – en weer door. Dus niet wachten tot alles beleidsmatig tot achter de komma duidelijk is. Met een demissionair kabinet blijft een aantal zaken sowieso voorlopig nog onduidelijk. We zijn zo een jaar, of twee, verder. Er is actie nodig. Dus laten we vandaag beginnen met het realiseren van al die ambitieuze plannen. Meters, beter nog hectares, maken. Immers, ‘the proof of the pudding is in the eating’.
Het geheim van vooruit komen, is aan de slag gaan. Voor Brabant!
Mary Fiers
directeur Groen Ontwikkelfonds Brabant
mfiers@brabant.nl