Vier tips voor een goed gesprek over grond én grondstrategie
Essay Mary Fiers – Zelden heb ik zoveel spraakverwarringen en miscommunicatie gehoord als over de woorden grond en grondstrategie. Ik zit aan veel overlegtafels over de opgaven in het landelijk gebied. Het doel van deze gesprekken is om tot een gedragen aanpak te komen. Vaak staat grond en grondstrategie op de agenda, of het komt spontaan ter sprake. In die gesprekken ontstaat vaak een bijzondere dynamiek, maar zelden een goed gesprek.
Dit keer geen column maar een essay over grond en grondstrategie; langer dan gebruikelijk en vooral een oproep om gesprekken hierover te beginnen met een gedeelde definitie van deze begrippen. Wat bedoelen we hiermee? En hoe zorgen we voor een gezamenlijk besef van de emotionele waarde die grond voor velen heeft. Ik geloof dat gesprekken over maatschappelijke doelen en de rol van grond daarbij beter gevoerd kunnen worden als we hier eerst overeenstemming over hebben. Daarom vier concrete tips voor een goed gesprek over grond en grondstrategie.
Tip 1 Grond is emotie, ben je daarvan bewust
Een goed gesprek over grond en grondstrategie is onmogelijk zonder het besef dat grond veel meer is dan een materieel bezit, een economische waarde of onderwerp van een bureaucratische strategie. Grond is emotie.
Ben je bewust van het feit dat grond voor veel mensen een diepere betekenis heeft, vaak geworteld in hun geschiedenis, identiteit en maatschappelijke rol. Zonder dit inzicht bij alle gesprekspartners, is het gesprek gedoemd te mislukken.
Bij een gesprek over een onderwerp met zoveel emotie doet taal ertoe. Woorden liggen op een weegschaal.
Tip 2 Begin het gesprek over grond met de doelen
Aan overlegtafels loopt het vaak mis omdat niet het (maatschappelijk) doel centraal staat, maar het middel (grond).
Begin ieder gesprek over grond met de doelen. Wat willen we bereiken? Wat zijn de maatschappelijke doelen die vastliggen in wet- en regelgeving? Wie heeft welke doelen en waarom? Over doelen bestaan soms verschillende inzichten, en dat is niet erg. Het expliciet maken van deze verschillen helpt om gezamenlijk oplossingen te vinden.
Meestal is er overeenstemming over de ambitie om meerdere doelen tegelijk te behalen, maar verschillen de opvattingen over de prioriteiten. Bespreek deze verschillen expliciet. Mijn ervaring is dat aannames over elkaars doelen regelmatig onjuist zijn. Laat je verrassen!
Een gesprek over grond en grondstrategie gaat dus niet primair over grondeigendom, maar over het gebruik van grond op bepaalde locaties.
Tip 3 Hanteer een gedeelde definitie van grondstrategie
Ook over de term grondstrategie bestaat veel verwarring.
Spreek samen af wat met ‘de grondstrategie’ wordt bedoeld. Wat valt eronder, en wat niet? Deelnemers aan een overleg weten vaak niet precies welke mogelijkheden er zijn en/of verschillen van mening over hoe deze het best kunnen worden ingezet.
Ik gebruik bewust niet de term grondinstrumenten. Dat klinkt heel technocratisch en doet geen recht aan de emoties die gepaard gaan met gesprekken over grond.
Een mogelijke definitie:
De grondstrategie voor het landelijk gebied in Brabant is een brede benadering van de mogelijkheden die grond biedt om te komen tot een toekomstbestendig gebruik, zodat maatschappelijke doelen op het gebied van natuur, water, klimaat en een daarbij passende voedselproductie (ook economisch passend voor voedselproducenten), binnen de gekozen termijn worden behaald.
Mogelijk roept deze definitie meteen veel discussie op. Dat bewijst dan meteen het nut van deze derde tip. Bespreek wat wordt bedoeld met de grondstrategie. Probeer het samen te formuleren. Besteed er tijd aan. Een goed begin is het halve werk.
Misschien helpt het gebruik van de termen herkomstwaarde en toekomstwaarde.
Tip 4. Maak een overzicht van mogelijkheden en actoren
Breng in kaart welke mogelijkheden grond biedt om (snel of juist niet) tot doelrealisatie te komen. Maak een duidelijk onderscheid tussen de verschillende onderdelen van een brede benadering en maak duidelijk wie welke mogelijkheden kan inzetten. Dat geeft inzicht en vertrouwen dat er meerdere oplossingen mogelijk zijn.
Wie zijn de huidige grondeigenaren?
Breng feitelijk in beeld wie de huidige eigenaren zijn. Vaak bestaat de indruk dat alle grond in eigendom is van agrarische ondernemers, terwijl veel grond in eigendom is van particulieren of de overheid.
Afhankelijk van de eigenaren van de grond én de lokatiespecifieke situaties (zoals reguliere pacht) zijn er andere oplossingen nodig om het grondgebruik aan te passen.
- Wat heeft de huidige eigenaar nodig om het grondgebruik te wijzigen?
- Welke (financiële) hulp, kennis, extra grond en meer is daarvoor nodig?
- Wat te doen als eigenaar wel wil, maar de grond regulier verpacht is?
- Kan een nabijgelegen natuurorganisatie bijvoorbeeld meerjarige pachtafspraken maken met boeren die willen extensiveren?
- Kunnen stoppende boeren een grondcoöperatie oprichten om door-boerende agrariërs langdurige zekerheid over grondgebruik te geven, zonder dat zij zelf grond hoeven te kopen? Kan de overheid wellicht meedoen in z’n coöperatie met de overheidsgronden?
Wat kunnen overheden doen?
Overheden (gemeenten, waterschappen, provincie en rijk) hebben meerdere rollen: als grondeigenaar en als beleidsmaker.
Als beleidsmaker: zorg voor een duidelijke gebiedsbepaling
Het begint met duidelijk maken welke water-, natuur- en klimaatdoelen op welke percelen rusten. Dit lijkt eenvoudig, maar in de praktijk ontbreekt regelmatig een concrete vertaling van maatschappelijke doelen naar perceelniveau. Hierdoor weten grondeigenaren niet goed waar ze aan toe zijn. In Brabant speelt dit bijvoorbeeld op dit moment voor de gronden die gelegen bij in het NNB, niet zijnde NNN en de (nader te bepalen) randzones rondom N2000-gebieden, waar de druk op de natuur beperkt moeten worden.
Instrumenten: Publiek- en privaatrecht, vrijwillig én meer verplichtend
Overheden kunnen diverse middelen inzetten om aangepast grondgebruik te stimuleren, zoals:
- Financiële middelen (subsidies/opdrachten).
- Kennis en ondersteuning (bijvoorbeeld vergunningverlening).
- Grondposities (grond aankopen, grond ruilen, erfpacht, aanpassen pachtvoorwaarden).
- Beleidsinstrumenten zoals voorkeursrecht van gemeenten, onteigening (met mogelijkheid om Volledige Schadeloosstelling te bieden), landinrichting en sturen op grondgebruik via RO-wet- en regelgeving (zie Grondwaterstandsverhoging en wateroverlast | Informatiepunt Leefomgeving en Factsheet aanpassen grondgebruik | Informatiepunt Leefomgeving en Ruimtelijke maatregelen en waterkwantiteit | Informatiepunt Leefomgeving).
Vaak is de kennis over deze instrumenten beperkt, wat leidt tot Babylonische spraakverwarringen. Een helder overzicht helpt om een gedeeld beeld is een goed gesprek te voeren over de optimale inzet van deze middelen.
Tot slot
Een goed gesprek over grond en grondstrategie begint met een gedeeld begrip van de termen, de doelen en de beschikbare mogelijkheden. Door oog te hebben voor de emotionele waarde van grond, het gesprek te starten vanuit maatschappelijke doelen, samen een duidelijke definitie van grondstrategie vast te stellen en inzicht te krijgen in de verschillende instrumenten en actoren, kunnen we beter samenwerken aan toekomstbestendig grondgebruik.
Hopelijk draagt dit essay bij aan die dialoog. Ik ben benieuwd naar jullie inzichten en ervaringen!
Mary Fiers